DRAFT
De bijbel een mooi verhaal, of is het toch waar ?
Jezus; een bijzonder mens, of de zoon van God ?
Over Jezus wordt niet enkel geschreven in de Bijbel, ook Romeinse historici Tacitus en Suetonius schreven over hem. Ook de klasieke Joodse geschiedschrijver Josephus schrijft over Jezus.
De Bijbel, en deze andere geschriften zijn inderdaad ondertussen 2000 jaar oud… Hoe weten we dan dat wat we nu lezen als “betrouwbaar” mag aanzien worden. De wetenschap van de tekstkritiek, die geschiedkundige bronnen onderzoekt, gebruikt naast methodes, om ouderdom en oorsprong van documenten te kontroleren, ook statistische methoden. Hoe meer gelijkaardige exemplaren men kan vinden, hoe betrouwbaarder de tekst… Als we die gegevens eens op een rijtje zetten voor verschillende historische geschriften, zien we hetvolgende:
Geschrift | Ontstaan | Oudst bewaarde exemplaar | Periode (jaren na feiten) | Aantal exemplaren |
Herodotus | 488-428 v.C. | 900 n.C. | 1.300 | 8 |
Thucydides | Ca.460-400 v.C | 900 n.C. | 1.300 | 8 |
Tacitus | 100 n.C. | 1.100 | 1.00 | 20 |
Caesars Gallische oorlogen | 58-50 v.C. | 900 n.C | 950 | 9-10 |
Livy: Romeinse Geschiedenis | 59 v.C. -17 n.C. | 900 n.C. | 900 | 20 |
Nieuwe testament | 40 – 100 n.C. | 130 n.C. (volledige manuscripten 350 n.C.) | 300 | 5.000+ Grieks10.000 Latijn9.300 Andere |
Dat Jezus geleefd heeft, en dat wat in de Bijbel staat, geschiedkundig waar is, daar moeten we dus niet meer aan twijfelen. Evenmin moeten we vrezen dat wat we lezen niet overeenkomt met wat er destijds opgeschreven werd. Als Christen geloven we dat het toen werd opgeschreven, onder inspiratie van God zelf, door middel van de Heilige Geest.
Alle gegevens wijzen in de richting van de Christelijke belijdenis, dat Jezus de unieke Zoon van God is. In feite is Hij God de Zoon, de tweede persoon van de Drieëenheid.
Hij had een menselijk lichaam:
Vermoeidheid: Johannes 4:6 Jezus nu was vermoeid van de tocht en bleef zo bij de bron zitten; het was ongeveer het zesde uur. (NBG)
Honger: Matteüs 4:2 En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, kreeg Hij ten laatste honger. (NBG)
Hij had menselijke emoties:
Boosheid: Marc 11:17-19 en Hij leerde en sprak tot hen: Staat er niet geschreven, dat mijn huis een bedehuis zal heten voor alle volken? (NBG) 18 Maar gij hebt het tot een rovershol gemaakt. En de overpriesters en de schriftgeleerden hoorden het en zochten, hoe zij Hem zouden kunnen ombrengen, want zij waren bevreesd voor Hem, omdat de gehele schare versteld stond over zijn leer. (NBG)
Liefde: Marc 10:21 En Jezus, hem aanziende, kreeg hem lief en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u, ga heen, verkoop al wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemel hebben, en kom hier, volg Mij. (NBG)
Verdriet: Joh 11:32-36 Toen Maria dan kwam, waar Jezus was en Hem zag, viel zij Hem te voet en zeide tot Hem: Here, indien Gij hier geweest waart, zou mijn broeder niet gestorven zijn. (NBG) 33* Toen Jezus haar dan zag wenen en ook de Joden, die met haar medegekomen waren, zag wenen, werd Hij verbolgen in de geest en diep ontroerd, (NBG) 34 en Hij zeide: Waar hebt gij hem gelegd? Zij zeiden tot Hem: Here, kom en zie. (NBG) 35 Jezus weende. (NBG) 36 De Joden dan zeiden: Zie, hoe lief Hij hem had! (NBG)
Hij had menselijke ervaringen zoals:
Verleiding Marc 1:13 En Hij werd in de woestijn veertig dagen verzocht door de satan en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem. (NBG)
Leren Luc 2:52 En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen. (NBG)
Werken: Marc 6:3 Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria, en de broeder van Jakobus en Jozef en Judas en Simon? En behoren zijn zusters hier niet bij ons? En zij namen aanstoot aan Hem. (NBG)
Gehoorzaamheid: Luc 2:51 En Hij ging met hen terug en kwam te Nazaret en was hun onderdanig. En zijn moeder bewaarde al deze woorden in haar hart. (NBG)
Wat zei Hij over Zichzelf?
Zijn onderwijs over zichzelf
Ik ben uitspraken:
Johannes 14:6 = “1k ben de Weg en de Waarheid en het Leven”
Johannes 6:35 = “1k ben het Brood des levens
Johannes 8:12 = “Ik ben bet Licht der wereld
Johannes 11:25, 26 = “1k ben de Opstandingen en het Ieven”
Lucas22:30 = “opdat gij aan mijn tafel eet en drinkt in mijn Koninkrijk. En gij zult zitten op tronen om de twaalf stammen Israels te richten.
Mat 11:28,29 = “Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven;29 neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; “Mar 1:17 = “En Jezus zeide tot hen: Komt achter Mij en Ik zal maken, dat gij vissers van mensen wordt”
Mar 9:37 = “Wie een van zodanige kinderen ontvangt in mijn naam, die ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem, die Mij gezonden heeft.”
Joh 14:9 = “Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader?.
Zijn indirecte aanspraken
Marcus 2:5 En daar Jezus hun geloof zag, zeide Hij tot de verlamde: Kind, uw zonden worden vergeven.
Matteüs 25:31 Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid. 32 En al de volken zullen voor Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken,
Zijn directe aanspraken
Marcus 14:61 Maar Hij bleef zwijgen en gaf niets ten antwoord. Wederom ondervroeg de hogepriester Hem en zeide tot Hem: Zijt gij de Christus, de Zoon van de Gezegende? 62 En Jezus zeide: Ik ben het, en gij zult de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende met de wolken des hemels.sJohanhes 8:58 “…Ik zeg u: Eer Abraham was, ben ik.”Johannes 20:28 “Tomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Here en mijn God!”Johannes 10:33 “De Joden antwoordden Hem: Niet om een goed werk willen wij U stenigen, maar om godslastering en omdat Gij, een mens, Uzelf God maakt“
Hoe weten we dat wat Hij gezegd heeft betrouwbaar is?
Zijn onderwijs
bijvoorbeeld: de Bergrede Matteüs 5-7
Zijn werken Joh 10:37 Indien Ik de werken mijns Vaders niet doe, gelooft Mij niet, 38 doch indien Ik ze doe en gij Mij toch niet gelooft, gelooft dan de werken, opdat gij weten en erkennen moogt, dat de Vader in Mij is en Ik in de Vader.
Zijn karakter
De vervulling van profetieën uit het Oude Testament. door Zijn leven
Zijn overwinning op de dood
Hoe weten we dat Hij werkelijk is opgestaan uit de dood?
Het lege graf
Verklaringen hiervoor zouden kunnen zijn:
– Jezus was niet gestorven Johannes 19: 34 maar een van de soldaten stak met een speer in zijn zijde en terstond kwam er bloed en water uit.
– De discipelen hadden Zijn lichaam gestolen
– De autoriteiten hadden Zijn lidiaam gestolen
De grafdoeken lagen nog in het graf Johannes 20: 1 En op de eerste dag der week ging Maria van Magdala vroeg, terwijl het nog donker was, naar het graf en zij zag de steen van het graf weggenomen. 2 Ijlings kwam zij dan bij Simon Petrus en bij de andere discipel, dien Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben de Here weggenomen uit het graf en wij weten niet, waar zij Hem hebben neergelegd. 3 Petrus dan ging op weg en ook de andere discipel en zij begaven zich naar het graf; 4 en die twee liepen samen snel voort; en de andere discipel liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam het eerst aan het graf, 5 en zich vooroverbuigende, zag hij de linnen windsels liggen; hij ging echter niet naar binnen. 6 Simon Petrus dan kwam ook, hem volgende, en hij ging het graf binnen en zag de windsels liggen, 7 maar de zweetdoek, die op zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de windsels liggen, doch opgerold, terzijde op een andere plaats. 8 Toen ging ook de andere discipel, die het eerst aan het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde; 9 want zij kenden de Schrift nog niet, dat Hij uit de doden moest opstaan. 10 De discipelen dan gingen weder naar huis.
Zijn ontmoetingen met de discipelen
Waren dat hallucinaties?
– aantal mensen: meer dan 550
– aantal malen: 11
– tijdsbestek: een periode van zes weken
Het directe gevolg:
Het ontstaan en de groei van de christelijke kerk
Het effect door de eeuwen heen
De ervaringen van vele christenen